Kwaliteitszorg

Het Mondriaan Fonds vindt het belangrijk dat de beschikbare middelen op een zorgvuldige en doelmatige manier worden uitgegeven. Het zijn immers publieke gelden. Bij de beoordeling van aanvragen speelt het advies van de onafhankelijke adviseurs een doorslaggevende rol. Het advies van deze experts komt tot stand op basis van inbreng en overleg. Om de integriteit en het vermijden van (de schijn van) belangenverstrengeling binnen de hele organisatie te waarborgen zijn raad van toezicht, bestuur, medewerkers en adviseurs gehouden aan de statuten, het huishoudelijk reglement en de protocollen van het Mondriaan Fonds.

Nevenfuncties van medewerkers worden gemeld en met de leidinggevenden besproken op mogelijke belangenverstrengeling. Zoals elders beschreven, kent het Mondriaan Fonds een klachtenprocedure voor de medewerkers. Daarnaast is er een klachtenprocedure voor externen. Hier is in 2021 geen gebruik van gemaakt.

Toegekende bijdragen worden, behalve rechtstreeks aan de aanvragers, bekend gemaakt middels de website, het jaarverslag en nieuwsbrieven. Besluiten zijn op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht voor bezwaar vatbaar en kunnen desgewenst aan de bestuursrechter ter toetsing worden voorgelegd.

Algemene Verordening Gegevensbescherming

In het kader van de Europese privacywetgeving Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) benoemden de 6 publieke fondsen in 2016 gezamenlijk een onafhankelijke functionaris gegevensbescherming (FG) die toezicht houdt op en adviseert over de naleving van de verordening. Net als eerdere jaren heeft deze functionaris in 2021 een controle uitgevoerd om vast te stellen of het fonds daadwerkelijk in staat is aan de aantoonplicht te voldoen. De FG concludeerde onder meer dat het fonds in staat is de AVG na te leven en adviseert de huidige praktijk van aantonen en uitvoeren, voort te zetten.

Cultuurcodes

Het Mondriaan Fonds hecht aan zo groot mogelijke openheid en transparantie en volgt de Governance Code Cultuur 2019. De code bevat 9 principes voor goed bestuur en goed toezicht. Op het gebied van transparantie en verantwoording volgt het Mondriaan Fonds de aanbevelingen uit de code. Ook de statuten van het Mondriaan Fonds zijn conform deze Governance Code Cultuur opgesteld.

Het Mondriaan Fonds hanteert tevens de Gedragscode Cultuurfondsen. Deze code bevat een reeks waarborgen voor de onafhankelijkheid van handelingen van fondsen, beoogt meer transparantie te creëren over de manier waarop de cultuurfondsen hun publieke taak uitoefenen en draagt zo bij aan het vertrouwen van aanvragers en burgers in de cultuurfondsen. Bij het opstellen van de gedragscode is in het bijzonder aandacht besteed aan de positie van de aanvrager. De code wordt door de fondsen gehanteerd onder het motto pas toe of leg uit. Dit waarborgt transparantie van beleid, zorgvuldige samenstelling van commissies en vermijding van belangenverstrengeling.

Bij afweging van belangen tussen volledige openheid over de behandeling van bij het fonds ingediende aanvragen enerzijds en privacy van aanvragers anderzijds, wordt in afwijking van de Code Cultuurfondsen geen publieke informatie verstrekt over afgewezen aanvragen. Individuen die een afwijzende beslissing hebben ontvangen kunnen om een nadere motivering daarvan vragen. De reden dat het fonds deze besluiten meestal niet direct volledig motiveert, zoals in de Code Cultuurfondsen is vastgelegd, is dat veel aanvragers die afgewezen zijn daar geen prijs op stellen. Instellingen ontvangen deze informatie wel rechtstreeks.

Diversiteit & Inclusie

Sinds de start van de beleidsplanperiode 2021-2024 is het onderschrijven van de Code Diversiteit & Inclusie (Code DI) verplicht voor instellingen. De code biedt handvatten aan de cultuursector om gericht beleid te kunnen formuleren, uit te voeren en te evalueren. Het Mondriaan Fonds onderschrijft en ondersteunt de Code DI en voert er actief beleid op dat zowel intern als extern gericht is.

Het Mondriaan Fonds zet deze beleidsplanperiode in op een integrale aanpak. In samenwerking met ECHO (Expertise Centrum Diversiteitsbeleid) is de organisatie op verschillende niveaus en op alle afdelingen getraind. Er zijn workshops en train-the-trainer sessies aangeboden. Medewerkers die deze sessies hebben gevolgd kunnen vervolgens kaders, intervisie en activiteiten aanbieden aan andere fondsmedewerkers zodat deze in staat worden gesteld te kunnen bepalen welke oplossingen en interventies aansluiten bij hun context. Zo bewaken en stimuleren fondsmedewerkers in gezamenlijkheid de diversiteit en streven naar inclusie in procedures, commissiesamenstellingen, thematische programma’s, in gesprekken en gedachtenvorming.

In plaats van een 4 jaren beleidsplan diversiteit en inclusie op te stellen heeft het fonds ervoor gekozen om tijdens deze beleidsperiode te werken met jaarplannen die met de raad van toezicht worden besproken. Het Mondriaan Fonds werkt op deze manier van binnen naar buiten aan een inclusief en rijk kunst- en erfgoedveld. In dit jaarverslag vertellen we wat het Mondriaan Fonds in 2021 ondernomen heeft. Omdat we een geïntegreerd diversiteit- en inclusiebeleid hanteren, zijn de punten die in het kader van diversiteit en inclusie zijn ondernomen met de verslaglegging verweven, bijvoorbeeld bij de reflecties op de regelingen of bij de Adviseurs.

Effectmeting

Het fonds zorgt voor monitoring, reflectie en effectmeting van zijn regelingen en activiteiten. Belangrijkste doel is te bekijken of de gestelde doelen van het fonds zelf en van de bijdragen worden behaald. In dit jaarverslag staan per regeling de resultaten van die effectmeting vermeld.

Het Mondriaan Fonds maakt gebruik van een op zijn praktijk toegespitst instrumentarium om de effecten van het beleid te meten. Zoals de Visitatiecommissie 2018 de Rijkscultuurfondsen adviseerde, gaat het daarbij vooral om de directe resultaten en effecten van bijdragen, en niet zozeer om de impact die door het fonds is veroorzaakt. Uitgangspunt is bovendien dat het fondsbeleid voornamelijk gebaat is bij langer lopend extern uitgevoerd onderzoek. Voor regelingen is kortlopend en zelf uitgevoerd onderzoek, bijvoorbeeld een beperkte enquête, passender.

De pandemie heeft het onderzoek naar de uitvoering van de regelingen flink beïnvloed. Effectmeting via digitale verantwoording heeft in 2021 slechts gedeeltelijk plaats kunnen vinden.

Daarnaast is er de werkgroep onderzoek fondsen die zich buigt over evaluaties en onderzoek, die samen met het ministerie van OCW optrekt. Deze werkgroep boog zich in 2021 over de plannen voor een gezamenlijke evaluatie van de coronamaatregelen.

In een regulier jaar bezoeken bovendien zogeheten effectmetingscommissies de resultaten van de bijdragen van het fonds. Vanwege de coronamaatregelen werd dit sterk bemoeilijkt. Gelukkig kon de jaarlijkse effectmetingcommissie Kunstenaar Start wel de bijdragen die aan startende kunstenaars werden verstrekt onderzoeken. Dit gebeurt bij de presentatie Prospects, de jaarlijkse startersexpositie tijdens Art Rotterdam. De Kunstenaar Start-effectmetingscommissie zag in 2021 een groot aantal sterke kunstenaars, die dankzij de pandemie relatief veel rust en ruimte hadden genomen voor hun werk. Het gebrek aan contact met anderen en een onvoldoende bruisende creatieve context was in sommige gevallen wel te merken.

Interne evaluaties

Alle bijdragen worden continu en structureel intern geëvalueerd en waar nodig aangepast. Aan het eind van iedere vergadering kijken de adviseurs terug op de manier waarop de beoordeling is verlopen. Dit verslag gaat naar het bestuur dat zo nodig actie onderneemt. Aan het einde van het jaar voert het Mondriaan Fonds jaarlijks een interne evaluatie van alle bijdragemogelijkheden uit.

Externe evaluaties

In 2021 voerden Jorgen Karskens en Yannick Bouillis een onderzoek uit naar internationale kunstpodia (beeldende kunstinstellingen zonder collectie). Het onderzoek voorziet in perspectieven en werkwijzen van kunstpodia in 4 buurlanden van Nederland: Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België en Duitsland. Het gaat om de volgende instellingen: Wiels (Brussel, BE), Kunstvereine-model en Kunstverein in Hamburg (Hamburg, DE), KW Institute for Contemporary Art (Berlijn, DE), Frac-systeem en Frac PACA (Marseille, FR), Palais de Tokyo (Parijs, FR), Eastside Projects (Birmingham, VK), ICA (Londen, VK), The Showroom (Londen, VK).

Daarnaast biedt de studie inzicht in de rol van de overheid en de hoogte van de steun die in het buitenland geboden wordt. Het internationale kader dat uit deze studie voortkomt, wil het Mondriaan Fonds inzetten voor een beleidsdiscussie over hoe het veld van Nederlandse kunstpodia te versterken. De resultaten van het onderzoek zijn bij het schrijven van dit jaarverslag nog niet bekend gemaakt.

Verder voerde onderzoeksbureau Berenschot in opdracht van BKNL (Beeldende Kunst Nederland) een tweeledig onderzoek uit naar de werking van de Honorariumrichtlijn en naar het voormalige Experimenteerreglement (sinds 2021 de regeling Kunstenaarshonorarium). Berenschot concludeerde dat de honorariumrichtlijn zich in relatief korte tijd heeft bewezen en wordt gezien als een nuttig instrument. De situatie van vóór 2017, waarbij kunstenaars vanzelfsprekend weinig of niet werden betaald, lijkt inmiddels een gepasseerd station. Hoewel de eenvoud van de richtlijn bij aanvang als kracht werd genoemd, is er vanuit het veld behoefte deze meer te differentiëren. Zowel makers als instellingen hebben behoefte aan meer differentiatie tussen soorten kunstenaars, soorten kunstwerken en soorten situaties waarin het werk wordt getoond. Zo is de richtlijn nu minder bruikbaar voor tentoonstellingen met meerdere kunstenaars en komen performancekunstenaars er meestal bekaaid van af. Over de werkbaarheid en effectiviteit van de bijbehorende financiële compensatie via de regeling Kunstenaarshonorarium is men positief. Wel zijn bijna alle geïnterviewden van mening dat het volgen van de richtlijn moeilijk zal worden als deze financiële compensatie wegvalt.